Zienswijzen concept bestemmingsplan Hoofdstation Groningen
Zienswijzen namens het OV Consumentenplatform provincie Groningen, betreffende het concept bestemmingsplan Hoofdstation.
Uitgangspunt van het bestemmingsplan is om de dynamiek van het stationsgebied te vergoten en de functies, die niet essentieel op deze locatie zijn, zoals opstelgebieden voor treinen naar elders te verplaatsen om zó meer ruimte voor essentiële functies te krijgen en de ontsluiting van het gebied te verbeteren. Wij ondersteunen dat uitgangspunt
Het Consumentplatform bekijkt dit bestemmingsplan vanuit zijn functionele rol. Worden de belangen van de reiziger gediend met de beoogde ontwikkelingen. Wij zullen ons in deze reactie dan ook beperken tot zaken, die hierop betrekking hebben.
Het plan gaat uit van een tweetal verblijfspleinen aan weerszijden van trein en busstation. Wij hechten er aan te benadrukken, dat de herbergzaamheid van deze ruimten en van fiets- en voetgangerstunnels van essentieel belang zijn voor het slagen van het stationsconcept. Dat leg je niet vast in een bestemmingsplan. Maar het dient gedurende het gehele proces een voorwerp van aanhoudende zorg te zijn.
In het plan wordt niet uitgegaan van de noodzaak van speciale voorzieningen gerelateerd aan beperkte zelfredzaamheid (zie blz. 51: Het plan voorziet niet in de realisatie van objecten waarbij sprake is van langdurig verblijf van groepen verminderd zelfredzame personen (zoals kleine kinderen, zieken en ouderen). Doel van het plan is de lay-out van het spooremplacement ingrijpend te veranderen. De toekomstige gebruikers van het plangebied vormen een gemiddelde bevolkingsgroep uit de samenleving, die over het algemeen als zelfredzaam wordt beschouwd.) Hiermee zijn wij het niet eens. Ten eerste houdt het geen rekening met de onvermijdelijke vergrijzing van de samenleving (zelfs die van Groningen) en ten tweede is er het alom geldende streven om openbaar vervoer meer en meer toegankelijk te maken voor mensen met bijzondere eisen aan hun mobiliteit. Of dat nu rollators zijn of kinderwagens, de bussen en treinen houden met steeds meer mensen rekening. Het zou onwenselijk zijn om hier bij dit verkeersknooppunt geen bijzondere aandacht aan te besteden (een monumentale trap is leuk, eentje waar later een hellingbaan op aangelegd moet worden is een ergernis).
Ook hier geldt, dat vroegtijdige en voortdurende aandacht betere en goedkopere oplossingen biedt en de functionele duurzaamheid van het station alleen maar ten goede kan komen.
De busaansluitingen op het station zien wij nog wel als problematisch. Ook hier geldt, dat dit niet noodzakelijkerwijs in het bestemmingsplan geregeld hoeft te worden, maar de opmerkingen, die wij hier maken hebben invloed op de manier, waarop bussen het station zouden moeten of kunnen benaderen. Dat op zijn beurt heeft wel een directe invloed op de ruimtelijk functionele keuzes, die hier gemaakt worden.
Stadslijnen vanuit het noorden maken bijna zonder uitzondering (met name, die uit het noordwesten een onnatuurlijke, tijdrovende lus via het Zuiderdiep alvorens het Station te bereiken. Dat is een situatie, die op kortere of langere termijn veranderd zal worden. Het ruimtelijk concept van de aanlanding bij het Station zal ruimte moeten hebben voor die, voor de hand liggende en dus te voorziene aanpassingen.
Ook voor bussen, die via het Herewegviaduct rijden geldt een vergelijkbare overweging. Ze rijden vlak langs het station, maar bereiken deze pas na enige (voor de reiziger verloren) tijd. Ook hier moet op zijn minst de ruimtelijk functionele speelruimte zijn om op voorzienbare wijzigingen in te spelen.
De ontsluiting van het gebied voor de HOV lijnen uit westelijke, respectievelijk zuidelijke richting verschillen nogal van karakter. Terwijl er vanuit het westen een specifieke busbaan (in zeer trage maar gestage wording) ligt, is er voor de verbinding uit zuidelijke richting geen specifieke voorziening, ook niet in de ruimtelijke aansluiting bij het Station. Wij zien dit als een gemis en zouden u willen verzoeken om dit beter uit te werken.
Samenvattend willen wij de volgende conclusies trekken.
Deze opzet zal een kwalitatieve verbetering van het OV knooppunt met zich mee brengen mits.
De door ons gesignaleerde problemen met de busaanslsuitingen voldoende aandacht krijgen en benodigde aanpassingen binnen het planologisch concept ruimte vinden.
De kwaliteit van de verblijfsruimten, met name de beide pleinen is van doorslaggevend belang voor het slagen van deze aanpak.
Aansluitend daarop zijn wij van mening, dat er meer aandacht gegeven dient te worden aan de positie van mensen, die volgens de redenering op pagina 51 verminderd zelfredzaam zijn. De zelfredzaamheid van ouders met kleine kinderen is óók verminderd en die van mensen beladen met boodschappen ook. Het bestemmingsplan (c.q. de opstellers daarvan) denkt bij OV gebruikers misschien een tikje te veel aan huppelende, dartele studenten en te weinig aan al die andere bus- en treinreizigers.
Tot slot geldt, dat het station een brugfunctie tussen binnenstad en ¿erewegwijk c.a. gaat vervullen, maar alleen als de tunnels als veilig ervaren worden. Is dat niet zo, dan blijft het een blokkade. Ook dit dient een onderwerp van aanhoudende zorg te blijven. Ook deze opmerking valt niet in planologische termen te vertalen, maar wij vinden het wel op zijn plaats om het hier te zeggen.
Wij horen graag uw reactie op deze inbreng en ook op onze aanhoudende zorgen betreffende de bereikbaarheid van de Stad in het algemeen en de Binnenstad in het bijzonder